De EU-richtlijn betreffende de bescherming van klokkenluiders – Hoe gaan lidstaten om met de omzetting?
Met nog minder dan 6 maanden te gaan tot de deadline van 17 december 2021 voor EU-lidstaten om de richtlijn betreffende de bescherming van klokkenluiders (2019/1937) om te zetten, zijn de vorderingen nog steeds bijzonder wisselend.
Slechts één van de 27 lidstaten – Denemarken – heeft de omzetting van de richtlijn voltooid, met de nieuwe wet ter bescherming van klokkenluiders (Lov om beskyttelse af whistleblowere) die op 24 juni 2021 is aangenomen. Van de overige 26 lidstaten zijn er 21 begonnen met het omzettingsproces. Zij bevinden zich echter in verschillende stadia van het wetgevingsproces, van de indiening van wetsontwerpen en lezingen van wetsvoorstellen, tot het houden van openbare raadplegingen. Een klein aantal lidstaten heeft nog niet aangegeven dat een begin is gemaakt met de omzetting van de richtlijn in nationale wetgeving.
Belemmeringen voor de omzetting
Er zijn een aantal factoren die hebben bijgedragen tot het trage tempo van de omzetting, zowel in alle lidstaten als in bepaalde individuele gevallen.
De Pandemie…
Covid-19 heeft duidelijk een grote impact gehad – de meeste landen hebben hun inspanningen voor wetgeving op tal van gebieden uitgesteld om zich te concentreren op de aanpak van de pandemie. Ironisch genoeg vraagt juist de aanpak zelf – met name de manier waarop grootschalige aanbestedingen buiten de normale kanalen om zijn verlopen – om extra opmerkzaamheid en heeft de noodzaak onderstreept om klokkenluiders te beschermen die potentiële kwesties van corruptie melden, zelfs in tijden van een openbare crisis.
Bureaucratie is een langzaam proces…
Sommige landen hebben al problemen met de goedkeuring van wetgeving tijdens de huidige zittingsperiodes, of zullen dat wellicht spoedig krijgen. Hierdoor bestaat het risico dat langdurige procedures voor wetgeving niet op tijd worden afgerond en opnieuw moeten beginnen, in feite vanaf nul. De mogelijkheid om omzettingen vóór de uiterste termijn van december te voltooien, verdwijnt daardoor. Een voorbeeld hiervan is Tsjechië (Tsjechische Republiek), waar begin oktober parlementsverkiezingen zullen worden gehouden. Een soortgelijke situatie doet zich voor in Duitsland, waar in september verkiezingen zullen worden gehouden.
Uitbreiden of niet uitbreiden…
Misschien wel het grootste obstakel voor de omzetting was echter het debat over de vraag of de lidstaten de reikwijdte van nieuwe wetten moeten uitbreiden om verder te gaan dan de minimumvereisten die in de richtlijn zijn vastgesteld. De EU heeft de lidstaten herhaaldelijk aangemoedigd om normen toe te passen die verder gaan dan de minimumvereisten, in het bijzonder wat betreft de bescherming van personen die inbreuken op de nationale wetgeving melden, niet alleen op de EU-wetgeving.
Opmerking: De EU is niet bevoegd om nationale wetgeving aan te passen. Zij heeft zich beperkt tot het opstellen van een richtlijn die alleen betrekking zou hebben op de bescherming van klokkenluiders op het gebied van het EU-recht, met bepalingen en aanbevelingen die de lidstaten in staat zouden stellen de reikwijdte van de omzetting uit te breiden tot buiten de “minimumvereisten” die bedoeld zijn om een eerste gemeenschappelijke norm te creëren.
Deze belemmering heeft zich grotendeels gemanifesteerd in belangenconflicten tussen de betrokken partijen. In Duitsland bijvoorbeeld hebben groepen uit het bedrijfsleven en justitie geen overeenstemming kunnen bereiken over de reikwijdte van de omzetting, waarbij eerstgenoemden zich verzetten tegen pogingen om de reikwijdte van de wetgeving uit te breiden tot buiten de minimumvereisten. Het wetsontwerp dat in december 2020 aan het Duitse parlement werd voorgelegd, werd vervolgens verworpen in april 2021, met als voornaamste argument de vermeende lasten voor ondernemingen. Voor meer informatie over de omzetting in Duitsland kunt u contact met ons opnemen, zodat wij u bekend kunnen maken met ons partnernetwerk van WhistleB in Duitsland.
Hoe zou ‘uitbreiding van de reikwijdte’ eruit kunnen zien?
Er blijven nog veel vragen over de uiteindelijke reikwijdte van de nationale omzettingen. Het valt nog te bezien of de landen voor een ‘woordelijke’ aanpak zullen kiezen en alleen de minimumvereisten van de richtlijn zullen toepassen, of dat zij, zoals aanbevolen, van de gelegenheid gebruik maken om de reikwijdte uit te breiden en een robuuster framewerk tot stand te brengen.
De belangrijkste keuze die de lidstaten waarschijnlijk moeten maken, is of de omzetting van de richtlijn niet alleen betrekking moet hebben op inbreuken op het EU-recht, maar ook op inbreuken op het nationale recht. Dit is een bijzonder belangrijk onderscheid, want als de reikwijdte niet op deze manier wordt uitgebreid, dreigt een onevenwichtig systeem te ontstaan, waarin degenen die kleine inbreuken op het EU-recht melden, beter worden beschermd dan personen die ernstige inbreuken op het nationale recht melden.
Sommige landen willen echter het onderste uit de kan halen en de reikwijdte van de bescherming nog verder uitbreiden. Roemenië heeft bijvoorbeeld voorgesteld dat de omzetting betrekking heeft op “elke inbreuk op een wettelijke verplichting alsmede op handelingen en nalatigheden die in strijd zijn met het voorwerp of het doel van de wet, met inbegrip van de niet-naleving van ethische en beroepsregels”. Voor meer informatie over de omzetting in Roemenië kunt u contact met ons opnemen, zodat wij u in bekend kunnen maken met ons partnernetwerk van WhistleB in Roemenië.
Nog een voorbeeld is Zweden, waar de voorgestelde omzetting bescherming biedt aan degenen die schendingen van de Zweedse wet melden, alsmede aan personen die informatie verstrekken over wangedrag dat geen schending van de wet is, maar waarvan het in het algemeen belang is dat de omstandigheden bekend worden. Neem contact met ons op zodat wij u bekend kunnen maken met ons partnernetwerk van WhistleB in Zweden.
Ook over de kwestie van anonieme meldingen is uitvoerig gedebatteerd. Hoewel de richtlijn duidelijk stelt dat anonieme klokkenluiders aanspraak maken op dezelfde mate van bescherming als ieder ander, bevat zij geen enkele verplichting voor organisaties om daadwerkelijk te reageren op meldingen uit anonieme bronnen en deze te onderzoeken.
Opmerking: In het verleden kan het argument dat meldingen uit anonieme bronnen te moeilijk te onderzoeken en te staven zijn van waarde zijn geweest. Alleen al dankzij de technologische vooruitgang, zoals de mogelijkheid om in twee richtingen versleutelde communicatie tot stand te brengen, is het tegenwoordig echter makkelijk om anonieme meldingen op te volgen en verdere informatie van de klokkenluider te verkrijgen zonder diens anonimiteit in gevaar te brengen.
Andere belangrijke punten waarover door verschillende lidstaten wordt gedebatteerd, zijn onder meer:
- maatregelen ter bescherming van klokkenluiders die melding doen op het gebied van nationale veiligheid en defensie (bijv. Estland)
- voorzieningen voor financiële en psychologische ondersteuning van klokkenluiders (bijv. Frankrijk)
- de invoering van persoonlijke aansprakelijkheid voor personen die represailles nemen tegen klokkenluiders (bijv. Bulgarije)
- verruiming van de definitie wie een klokkenluider kan zijn (bijv. Portugal)
Wat hebben de Denen gedaan?
Nu Denemarken de eerste lidstaat is geworden die de richtlijn in nationaal recht heeft omgezet, zal de rest van de EU bij de voltooiing van hun eigen omzettingsmaatregelen ongetwijfeld de normen en de potentiële voorbeeldwerking in het oog houden.
De wetgeving is in zekere mate een evenwicht tussen de betrokken partijen, waarbij de reikwijdte op sommige gebieden wordt uitgebreid en op andere gebieden slechts de minimumvereisten ten uitvoer worden gelegd. De nieuwe Deense wet ter bescherming van klokkenluiders omvat dientengevolge:
- rapportage over inbreuken op niet alleen de EU-wetgeving, maar ook de nationale wetgeving en inbreuken van ernstige aard (waaronder omkoping, corruptie, seksuele intimidatie).
- bescherming aan klokkenluiders die ervoor kiezen om in bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld in geval van een onmiddellijke dreiging) publiekelijk verslag uit te brengen.
- geen bescherming bij meldingen in verband met kwesties van nationale veiligheid, zaken die onder het wettelijk privilege vallen, of gezondheidsinformatie die onder de Gezondheidswet valt.
- geen voorschriften voor organisaties om te reageren op meldingen van anonieme klokkenluiders of deze te onderzoeken.
Voor meer informatie, over de Deense omzetting, kunt u contact met ons opnemen, zodat wij u bekend kunnen maken met ons partnernetwerk van WhistleB in Denemarken.
Wat gebeurt er nu?
Het is zeer waarschijnlijk dat de lidstaten in de komende maanden druk bezig zullen zijn om de omzetting voor de deadline te voltooien. Of alle landen daarin zullen slagen, valt nog te bezien.
Maar ook als de richtlijn niet wordt omgezet, gelden vanaf 17 december in elke lidstaat de minimumvereisten van de richtlijn. De oplossing van WhistleB voldoet aan deze minimumvereisten, waaronder vertrouwelijkheid, veiligheid, snelle feedback, zorgvuldig casemanagement en naleving van de AVG (GDPR).
De EU heeft geen enkele aanwijzing gegeven dat deze termijn zal worden verlengd. Organisaties dienen dus dienovereenkomstig te handelen en van de gelegenheid gebruik te maken om processen in te voeren die wereldwijde beste praktijken omvatten, zodat ze voorbereid zijn op wat er ook gebeurt.
Voor meer informatie over de richtlijn en tips over de wijze waarop u zich kunt voorbereiden, kunt u een kijkje nemen in het WhistleB Resource Centre over de EU-richtlijn betreffende de bescherming van klokkenluiders of u gaat naar https://www.navexglobal.com/en-gb/campaigns/2021-year-of-the-whistleblower.
Misschien bent u ook geïnteresseerd in een gratis proefversie van het systeem van WhistleB om te ontdekken hoe het u kan helpen te voldoen aan de EU-richtlijn ter bescherming van klokkenluiders.